Disclaimer
| |
Kamper
echtpaar besmet met 'Roemenië-virus'
|
door Willem van Halem
KAMPEN - Betsy en Ton de Jager zijn besmet. Gelukkig is het niet
levensbedreigend, maar het is wel overdraagbaar. Ze zijn namelijk besmet
met het 'Roemenië-virus', zoals ze het zelf uitdrukken.
Dertien jaar geleden
kwamen ze voor het eerst in contact met dit Oost-Europese land. De
omstandigheden waarin een groot deel van de bevolking daar moet leven was
voor hen de aanleiding om een stichting op te richten.
"Eigenlijk zou iedereen hier in Nederland eens een weekje moeten
doorbrengen in Roemenië", zegt Ton de Jager aan het eind van ons
gesprek. "Dan zouden de meeste mensen subiet stoppen met het leveren
van kritiek en het zeuren over allerlei onbenulligheden hier in het rijke
Westen. Dan weet je ook direct wat dankbaarheid en gastvrijheid betekenen,
want de bewoners van het Roemeense platteland zullen hun laatste brood
weggeven aan hun gasten".
Met behulp van zijn laptop heeft hij dan al tientallen opnames
getoond van de omstandigheden waarin mensen daar moeten leven. Een
badkamer waar je nog niet eens je fiets zou willen stallen, kamers waar de
kinderen maar op een dressoir te slapen worden gelegd, omdat er
eenvoudigweg geen plaats of bed voorhanden is, gezinnen die zo arm zijn
dat ze maar één drinkbeker ter beschikking hebben en ga zo maar door.
"Wat we daar gezien hebben, heeft me wel eens slapeloze nachten
bezorgd", geeft Betsy de Jager toe. Vrijwel elk jaar brengt ze samen
met haar man Ton een groot deel van haar vakantie door in Roemenië. Om
hulpgoederen te brengen, te kijken waar en hoe ze kunnen helpen, gezinnen
te bezoeken en de voortgang van projecten te checken.
Toen ze hier voor het eerst mee in aanraking kwamen, was al gauw het idee
geboren om een stichting in het leven te roepen, waarmee financiën en
goederen konden worden ingezameld, de stichting Mensen In Nood Oost-Europa,
kortweg MINO.
|
|
Zoals bekend heeft het
Roemeense volk jarenlang moeten zuchten onder de knoet van Ceaucescu, de
dictator die in 1989 werd afgezet. Die omwenteling had helaas niet tot
gevolg, dat Roemenië werd opgestuwd in de vaart der welvarende volkeren.
Met name bij de oudere generatie zit het wantrouwen jegens alles wat van
buitenaf komt nog zo tussen de oren, dat eerst een stevige band van
vertrouwen moet worden opgebouwd. "Er wordt op dit moment te weinig
geïnvesteerd in dit prachtige land en mensen moeten leren mondig te
worden. We kennen mensen, bij wie de ruggenprik verkeerd was uitgevoerd,
zodat ze nu verlamd zijn. Men accepteert dat en leert er mee te leven. Dat
is hier in Nederland niet voor te stellen", vertelt Betsy de Jager.
"De uitrusting in de gezondheidszorg is zo erbarmelijk. Als je geen
geld hebt, dan wordt je niet geholpen of je kunt alleen maar voor een
diagnose terecht. Geld voor medicijnen is gewoon niet voorhanden".
De stichting zet zich
daarom in voor een huisarts- en tandartspraktijk in het dorpje Sebes. De
uitrusting van de tandarts kon worden betrokken van Dental Health
International, een organisatie van (gepensioneerde) tandartsen, die hier
in Nederland afgeschreven uitrustingen opkoopt en opknapt.
Overigens is MINO terughoudend in het sturen van bouwmaterialen en
voedselpakketten. Liever stuurt ze rechtstreeks geld naar betrouwbare
contactpersonen, die de benodigde spullen op de lokale markt aanschaffen.
Zo snijdt het mes aan twee kanten, omdat ook de lokale economie wordt
versterkt.
In Nederland zijn meerdere stichtingen actief (alhoewel het aantal van 150
is afgenomen naar circa 50) voor hulp aan Roemenië. Waarom niet wat meer
samenwerking gezocht? Ton de Jager: "Als je gaat samenwerken, moet je
iemand in dienst nemen die de financiën gaat beheren en dat willen we nu
juist voorkomen. We werken liever met een superkleine stichting met
vrijwilligers, zodat er niets aan de strijkstok blijft hangen". |
Gezin ondersteunen voor 25 euro per maand |
Naast de financiering van
het 'gezondheidscentrum', heeft MINO in 1996 een familie-adoptieplan in
het leven geroepen. Voor 25 euro per maand kan men een gezin ondersteunen.
22 euro wordt elke maand door MINO overgemaakt, de resterende 3 euro gaat
in een fonds voor studie of calamiteiten. "En het werkt!", zo
klinkt het enthousiast en overtuigend.
Betsy en Ton de Jager vertellen over gezinnen, die een eigen huisje hebben
kunnen bouwen, de kinderen kunnen laten studeren. "Niets bodemloze
put! In een land zonder een sociaal vangnet en met een
werkloosheidspercentage van 25% kun je hier toch iets bereiken".
Tijdens hun jaarlijkse reizen worden alle geadopteerde gezinnen bezocht en
ontvangen hun donateurs hiervan een verslag.
Een groot deel van de vrije tijd gaat op aan het werk van de stichting. Zo
is men naarstig op zoek naar een opslagruimte voor hulpgoederen. Enige
maande geleden ging de loods van MINO in Deventer in vlammen op. |
|
Ook is Betsy op zoek naar
mogelijkheden om een een jongetje met een scheefgegroeide ruggenwervel in
Nederland te laten onderzoeken en te opereren. In Roemenië is dat niet te
betalen. Ook rolstoelen worden gezocht, naast donateurs voor het
adoptieplan. "Het probleem van stichtingen als de onze is, dat de
motivatie van donateurs wegzakt als ze niet regelmatig worden
geïnformeerd. Daarom brengen we regelmatig een nieuwsbrief uit, bezoeken
we alle gezinnen die zijn geadopteerd en bezorgen we donateurs foto's en
inlichtingen".
Voor wie tenslotte iets tastbaars aan zijn of haar donatie wil overhouden,
kan voor 5 euro een in Roemenië door zigeuners vervaardigde bezem
aanschaffen.
Stichting MINO, Akelei 39,
8265 KA KAMPEN.
Website: www.mino-kampen.nl
Bank: 59.69.31.565 t.n.v. St. MINO - Kampen |
(Uit: De Stentor / Nieuw Kamper
Dagblad van 31 juli 2003) |